-
1 uitlaten
2 [niet aandoen] leave off♦voorbeelden:1 een bezoeker uitlaten • show a visitor to the door/outde hond uitlaten • take the dog out (for a walk)II 〈wederkerend werkwoord; zich uitlaten〉♦voorbeelden:1 zich gunstig/ongunstig over iets/iemand uitlaten • express a favourable/unfavourable opinion on something/someone, comment favourably/unfavourably on something/someonezich niet over iets uitlaten • be reticent/non-committal about something -
2 loskrijgen
♦voorbeelden:1 een gevangene/knoop loskrijgen • get a prisoner released/a knot untied -
3 kunnen
kunnen1〈 het〉♦voorbeelden:————————kunnen22 [met betrekking tot mogelijkheid inherent aan onderwerp] 〈 tegenwoordige tijd〉 can/ 〈 verleden tijd〉 could ⇒ it is/was/ 〈enz.〉 possible for … to♦voorbeelden:willen is kunnen • where there's a will there's a wayeen handige man kan alles • a handy man can do anythinghad jij dat gekund? • could you have done that?hij kan er wat van • he's pretty good at ithij liep wat hij kon • he ran as fast as he couldiets beter kunnen dan • be better at something thanhij kon er niet onderuit • he couldn't escape (…ing), he just had toik kan er niet in/uit • I can't get in/outhij kan er niet over uit • he's always talking about ithij kan niet meer • he can't go onbuiten iets kunnen • do without somethingergens tegen kunnen • be able to take something2 dat kan (niet) • it can('t) be done, it's/that's (im)possiblehet deksel kan er niet af • the lid won't come offmorgen kan ik niet • tomorrow's impossible for mehet kan niet op • there's more than enough1 [met betrekking tot mogelijkheid zoals geschat door spreker] may, might, could ⇒ it is possible that …♦voorbeelden:het zou kunnen • could be, maybeIII 〈 hulpwerkwoord〉1 [met betrekking tot toelating] 〈 tegenwoordige tijd〉 can ⇒ be allowed to, 〈 formeel〉 may, 〈 verleden tijd〉 could, 〈 verleden tijd〉 be allowed to, 〈 verleden tijd, indirecte rede, formeel ook〉 might2 [van een bekwaamheid/mogelijkheid gebruik maken] be able to♦voorbeelden:de juf zei dat ik naar huis kon gaan • teacher said that I could go homeje had het me wel kunnen vertellen • you might/could have told me2 de gevangene kon ontsnappen • the prisoner was able to/managed to escape1 [aanvaardbaar zijn] will do♦voorbeelden:1 zo kan het niet langer • it/things can't go on like thishet kan ermee door • it'll do, it's alrightdie trui kán gewoon niet • that sweater's just impossiblezo kan ie wel weer • here we go again -
4 vrijlaten
1 [de vrijheid geven] release ⇒ set free/at liberty, 〈 informeel〉 let go/ 〈 gevangene〉 out, 〈 met betrekking tot slaven ook〉 liberate, 〈 met betrekking tot slaven ook〉 emancipate♦voorbeelden: -
5 neerschieten
II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [fusilleren] shoot (down)2 [neerhalen] bring down, down3 [naar beneden zenden] shoot down♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский